Kies het juiste antwoord

/20

Woordenschat test

Woordenschat test

1 / 20

Wij moeten dat bedrag [restitueren].

2 / 20

Hij heeft nog een [prangende] vraag.

3 / 20

Door dat incident zijn de [controverses] toegenomen.

4 / 20

Je moet niet te veel [pretenties] hebben.

5 / 20

De stemming was [geanimeerd].

6 / 20

Zich [coulant] opstellen.

7 / 20

Zij zijn beducht voor strafmaatregelen. Wat is de juiste betekenis?

8 / 20

Dat dorp ziet er [pittoresk] uit.

9 / 20

Ik heb een [prijsopgave] per mail ontvangen.

10 / 20

Zij moet [nieuwe klanten binnenhalen].

11 / 20

Je moet daar niet zo tegen [ageren].

12 / 20

Zij moeten de onderneming [liquideren].

13 / 20

Ik vind dat [dubieus].

14 / 20

Die advocaat werkt soms [pro deo].

15 / 20

Je moet dat [rationeel] oplossen.

16 / 20

We moeten het aantal klachten [reduceren].

17 / 20

Wij zaten niet op die [jobstijding] te wachten.

18 / 20

Convocatie

19 / 20

Je moet de zaak niet zo [bagatelliseren].

20 / 20

Een moeilijke keus uit twee dingen/zaken. Welk woord past bij de omschrijving?

Beste deelnemer,

 

Bedankt voor het meedoen met deze test.

Voor het kunnen inzien van uw resultaten dient u uw naam en e-mailadres in te voeren.

Indien u de test hebt gehaald ontvangt u automatisch een deelname certificaat op het opgegeven e-mailadres.

Your score is

0%